Artikel

Burger de dupe van ingewikkeld proces van wet naar loket

De invoering van het nieuwe energielabel voor woningen laat zien dat het proces van wet naar loket nog niet echt vanuit het perspectief van de burger gebeurt. De overheid laat hier kansen liggen.

De overheid had voor het vaststellen van de voorlopige energielabels meer dan alleen openbare informatie kunnen toepassen.

Begin dit jaar heeft elke burger van de overheid een brief ontvangen waarin het voorlopige energielabel bekend werd gemaakt. Voordat deze brief bij burgers op de deurmat belandde, heeft er bij de overheid een heel proces plaatsgevonden. Het proces van een nieuwe wet tot aan het loket is erg intensief. De Tweede Kamer stemt in met een nieuwe wet en het kerndepartement stelt deze op. De betreffende uitvoeringsorganisatie moet de nieuwe wet analyseren, annoteren en interpreteren. Een complexe taak voor de beleidsmedewerkers en juristen. Vervolgens vertalen analisten en ontwerpers de annotaties naar de desbetreffende producten en diensten. Zij brengen op hun beurt de IT-specialisten op de hoogte, zodat alle systemen up-to-date worden gebracht. Deze watervalmethode brengt diverse knelpunten met zich mee: geen inzicht in de besluitvorming, geen consistentie en een flinke investering qua tijd en financiën. Met als resultaat een dienstverlening die niet transparant is en nog niet voldoet aan de verwachtingen van de burger. Dit moet anno 2015, met alle technologische innovaties, toch beter kunnen?

Van wet naar energielabel

Ondanks alle inspanningen van de overheid lijkt het proces van wet naar loket in de praktijk vaak niet aan te sluiten op de verwachtingen van burgers. De Europese richtlijn ‘Energy Performance Building Directive (EPBD)’ is daar een voorbeeld van. Op basis van deze richtlijn (die in 2003 in werking trad) is in Nederland een nieuwe wet tot stand gekomen, waardoor per 1 januari 2015 ieder gebouw – bestaand en nieuw – bij de overdracht na verkoop of verhuur over een energielabel moet beschikken. De Nederlandse overheid heeft daarom aan alle gebouwen een voorlopig energielabel toegekend op basis

Waardecreatie en de overheid
Waarom zou het begrip waardecreatie zich beperken tot het publieke domein? Een goed voorbeeld van een overheidsdienst die is afgestemd op de gebruikers is het vooraf ingevulde belastingformulier. De belastingbetaler hoeft geen ingewikkelde stappen te doorlopen of zelf allerlei gegevens te verzamelen. De Belastingdienst heeft het formulier al ingevuld. De gebruiker hoeft de gegevens alleen nog maar te controleren en te verzenden.
Refererend naar het voorbeeld van de Belastingdienst lijkt het begrijpelijk dat burgers zich verbazen over het feit dat het energielabel is toegekend op basis van ‘enkele openbare gegevens’. Als het bij het regelen van de belastingaangifte wel mogelijk is om te werken met actuele persoonsgebonden informatie, waarom lukt het dan niet bij andere overheidsdiensten?

van ‘enkele openbare gegevens’. Dit tot ongenoegen van een grote hoeveelheid burgers. Het Tv-programma Radar besteedde onlangs aandacht aan het energielabel en liet burgers aan het woord. Die stelden dat het toegekende label bewust te laag was, zodat zij gedwongen worden om deze aan te passen. En dat brengt natuurlijk kosten met zich mee. Bij verkoop of verhuur van een woning zonder definitief label riskeren zij zelfs een boete.

Versnippering van informatie

De overheid had voor het vaststellen van de voorlopige energielabels meer dan alleen openbare informatie kunnen toepassen. Wat is er bijvoorbeeld gebeurd met subsidieaanvragen voor zonnepanelen of dubbel glas? Dergelijke subsidies konden burgers rechtstreeks bij de overheid aanvragen. Toch is deze informatie niet toegepast bij het toekennen van de voorlopige energielabels. Met als resultaat dat burgers verbaasd lijken met het label dat zij in hun brievenbus aantroffen. Dit lijkt een gevolg van de versnippering van informatie en systemen binnen de overheid. De behoefte aan transparantie neemt bij burgers steeds meer toe. De tijd is aangebroken dat de overheid op die behoefte inspeelt.

Burger centraal en doelen realiseren

Vaak staat de burger niet centraal bij de vertaling van een nieuwe wet naar de desbetreffende overheidsorganisaties, producten en diensten. Zo ook in het voorbeeld van het energielabel. Alles staat in het teken van het doel: inzicht verkrijgen in de energiezuinigheid van gebouwen en energiebesparing stimuleren. De vraag is of de overheid met de huidige ‘maatregelen’ de burger ook écht stimuleert om energie te besparen. De reacties op het voorlopige energielabel leren ons dat burgers de nieuwe wet meer zien als maatregel dan als een stimulans om een woning energiebesparend te maken. Het belang van het inrichten van het proces van wet naar loket vanuit het perspectief van de burger wordt wederom onderstreept.
De technologie van nu biedt de overheid de kans om in te spelen op de behoeften en verwachtingen van burgers. Het efficiënt, transparant en consistent inrichten van het proces van wet naar loket is daar onderdeel van. Met behulp van de juiste IT-systemen kan de overheid haar beleidsdoelen realiseren en erin slagen haar dienstverlening te laten aansluiten op de verwachtingen van de burger én bedrijf.

_*Visiepaper* Everest heeft de geschetste problematiek zoals in dit artikel, maar vooral de kansen die de overheid nog kan verzilveren, uiteengezet in het visiepaper ‘Van wet naar loket’. Dit is gratis te downloaden op Everest.nl.

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren