Commissie Digitale Zaken wil historische digitale hervorming van de overheid
De Kamercommissie Digitale Zaken heeft samen met de stichting ‘Herprogrammeer de Overheid’ grote plannen bekendgemaakt voor een digitale hervorming van de overheid. Een initiatiefnota met aanbevelingen werd maandag overhandigd aan staatssecretaris Szabó van Digitalisering.
De plannen zijn samengevat in een aantal aanbevelingen, waaronder de oprichting van een nieuwe Digitale Dienst. Dit wordt een centrale organisatie die verantwoordelijk is voor alle digitaliseringsprocessen van de overheid, zoals het ontwikkelen, beheren en ondersteunen van de generieke digitale infrastructuur. Szabó gaf in een eerste reactie aan blij te zijn met de plannen. ‘Er zal substantieel meer moeten gebeuren rondom digitalisering. We zitten als rijksoverheid in een nieuwe fase en we kunnen dit alleen samen doen.’ Volgens de initiatiefnemers gaat het om de grootste digitale hervorming van de geschiedenis van de Tweede Kamer.
Nieuw Digitale Dienst
De Digitale Dienst moet departementen gaan voorzien van een generieke digitale basis waarop zij hun eigen processen kunnen laten draaien, om zo dubbel werk te voorkomen. Ook zal de dienst bij inkoop en aanbestedingen toetsen of het beleid voldoende is uitgewerkt in de eisen. De dienst wordt verder in een rol van een ‘vliegende keep’ betrokken bij alle ingewikkelde projecten. Het moet het technische landschap kunnen doorgronden, de behoeften van burgers en organisaties in kaart brengen en technische prototypes bouwen om de haalbaarheid van beleidskeuzes of plannen te valideren.
Technische prototypes
Het gebruik van technische prototypes wordt bovendien verplicht voor projecten met een ICT-component boven de vijf miljoen euro. Ministeries en uitvoerinsgorganisaties kunnen daarnaast een beroep doen op de expertise en ontwikkelcapaciteit van de dienst. Dankzij de ‘status aparte’ moet de Digitale Dienst een aantrekkelijke, ambitieuze en uitdagende werkomgeving worden voor het grootste technische talent van Nederland.
Leegloop ICT’ers voorkomen
Ook goed werkgeverschap moet bijdragen aan deze nieuwe status van ICT’ers bij het Rijk. Zeker nu er het komende jaar gehandhaafd gaat worden op schijnzelfstandigheid. Omdat veel ICT’ers zich laten inhuren omdat het salarishuis van de overheid een te strak keurslijf vormt, lijkt een grote uitstroom van ICT’ers bij overheidsprojecten aanstaande. De Kamercommissie wil dit voorkomen door een aparte functiegroep voor technische beroepen binnen het Rijk te introduceren.
Een andere belangrijke hervorming is het integreren van digitale uitgaven in de Rijksbegroting. Op termijn worden relevante budgetten voor digitalisering bij departementen samengebracht in één investeringsagenda, onder regie van de staatssecretaris Digitalisering. In de reeks aanbevelingen komen verder onderwerpen als digitale toegankelijkheid voor iedereen, het verbeteren van digitale vaardigheden en het op peil houden van offline dienstverlening aan bod.
Partijen van links tot rechts eens over ICT
De Kamercommissie is trots op de samenwerking rondom de iniatiefnota . Het komt zelden voor dat partijen van links tot rechts het met elkaar eens zijn, zo vertelt Barbara Kathmann aan Binnenlands Bestuur & iBestuur over de initiatiefnota. ‘Maar helaas breekt nu nood wet; de uitvoering van de overheid zit door falende ICT inmiddels op slot. Daar kunnen geen politieke wensen meer bij. Het is in deze ingewikkelde wereld en politiek roerige tijden tof om te kunnen laten zien dat samenwerken nog wel bestaat in Den Haag.’
De initiatief ‘Herprogrammeer de Overheid’ was volgens Kathmann erg belangrijk bij het samenbrengen van alle partijen. ‘In het manifest stonden uitstekende plannen. Wanneer zoveel experts opstaan met concrete voorstellen, kun je het je niet veroorloven om niets te doen.’
Noodzaak wordt gevoeld
Initiatiefnemers Onno Blom en Alexander Klöpping zijn blij met de initiatiefnota. ‘Als je ziet welke partijen deze hebben ondertekend en dat het door de gehele Kamercommissie Digitale Zaken wordt gedragen, dan denk ik dat de noodzaak erg wordt gevoeld,’ stelt Blom. ‘We raken steeds verder achterop bij andere landen. Ik denk dat dit het momentum is om door te pakken.’
Klöpping sluit zich daarbij aan. ‘We doen soms alsof ICT heel ingewikkeld is, maar we gaan geen mensen op de maan zetten. We willen een plek realiseren waar mensen met overheidsvragen digitaal terecht kunnen en waar fatsoenlijke informatie-uitwisseling tussen overheden plaatsvindt. En dat IT vanaf de besluitvorming betrokken is, in plaats van pas op het einde. Deze voorstellen liggen eigenlijk erg voor de hand. Dat maakt ook dat er in één keer zoveel draagvlak voor is.’
Lees ook:
Eén digitale overheid is in de praktijk wel veel gevraagd. Immers, uit wetenschappelijk onderzoek weten we dat “groter” komt met onevenredig hogere coördinatiekosten en dat bovendien de projectrisico’s toenemen.
Het idee om eerst prototypes te maken is juist weer een heel goed idee. Ook dat is al langer bekend en ik doe dat dan ook geregeld. Het stimuleert namelijk om in een veel vroeger stadium met werkende spullen te komen, zodat je gebruikers beter kunt betrekken. Maar dat moet je wel durven, want ik moet soms praten als Brugman… Ook moet je incrementeel (dus in kleine stapjes) kunnen ontwerpen op een first-time-right manier. En je moet ook goed snappen aan welke eisen je ontwerp moet voldoen om dat te kunnen. Gelukkig zijn er genoeg goede voorbeelden in de wereld voorhanden die dat illustreren.
Om de digitale overheid weer van het slot te krijgen is dit soort kennis hard nodig. Daarbij moet je verder kijken dan alleen inhuur. Om je eigen mensen permanent op te leiden is ook een optie waar nog veel te winnen valt. Bovendien is dat een hele mooie arbeidsvoorwaarde om IT-ers te blijven boeien.
Met de algemeenheden die gepresenteerd worden, komt de overheid niet waar het naartoe moet. De IT van de overheid zou voor een legitiem functioneren op zijn minst kenbaar aan de wettelijke eisen moeten voldoen. Daarvoor is een kort lijntje met de procesverantwoordelijke binnen het betreffende overheidsorgaan noodzakelijk, dus geen centrale dienst op afstand en met teveel belangen tegelijk.
Tegelijkertijd is de structuur van wet- en regelgeving van algemeen (Bestuursrecht) naar specifiek (sector wetgeving) en geldt voor verplichtingen zoals archivering en informatiebescherming uiteraard genericiteit.
Zolang de complexiteit in de wet- en regelgeving een feit is, zal de meerwaarde vooral moeten komen van de aansluiting van diverse disciplines op elkaars vakgebied. Als, zoals de EU voorstelt in het interoperabiliteitskader, de juridische laag aan de architectuur wordt toegevoegd, dan wordt de discussie ondersteund over de vakgebieden heen en kan ook geformaliseerd worden.
Het juridisch beleid dat nu verschuild gaat in de ontwikkelde IT, voldoet daardoor niet aan zowel de externe eisen als voor openbaarheid, maar ook niet aan interne eisen voor governance.
Juist de aansluiting van de juridische kennis op de diverse technische kennisgebieden vereist een inhoudelijke ondersteuning naast de bestuurlijke, zodat kwaliteit kan worden geleverd en de kennis wordt getoetst en herbruikbaar blijft.