Blog

Maak echt waar!

De departementen redeneren nog steeds vanuit zichzelf. Niet vanuit medeoverheden en uitvoeringsorganisaties en al helemaal niet vanuit de samenleving.

Digitalisering van de overheid hoort op de bestuurlijke tafel, stelt de Studiegroep Informatiesamenleving en Overheid in haar rapport ‘Maak waar’. Terecht! Ook de principes die de groep in het rapport verwoordt zijn glashelder. Maar het is erg jammer dat die principes niet worden vertaald in de aangeraden governance.

Het rapport begint goed, met aanbevelingen zoals beleid en uitvoering veel nauwer op elkaar te laten aansluiten bij de doorontwikkeling van de Generieke Digitale Infrastructuur. Die infrastructuur is inmiddels vitaal voor Nederland en zou ook zo behandeld moeten worden. De Studiegroep pleit voor een jaarlijks te actualiseren uitvoeringsprogramma, waar ook medeoverheden en uitvoeringsorganisaties aan bijdragen. De focus komt te liggen op het realiseren van een samenhangende infrastructuur en dienstenontwikkeling, in plaats van op afzonderlijke voorzieningen.

Deze principes zie ik helaas niet terug in de aanbevelingen voor governance. De ministeriële commissie die de Studiegroep voorstelt bestaat uit vertegenwoordigers van de departementen. Géén doorzettingsmacht, maar nog steeds een stoelendans tussen de ministeries van BZK, EZ en V&J. De voorgestelde governance ademt een Haagse sfeer: de departementen redeneren nog steeds vanuit zichzelf. Niet vanuit medeoverheden en uitvoeringsorganisaties en al helemaal niet vanuit de samenleving.

Als we blijven vasthouden aan een governance waarin meerdere departementen beslissen, dan komen we er niet. Stap één voor een effectieve governance is om dit te beleggen bij één departement en één bewindspersoon. Die moet regelen dat de basis, de digitale infrastructuur van de overheid, werkt. Stap twee is om met àlle overheden, dus naast departementen ook provincies, waterschappen, gemeenten en uitvoeringsorganisaties, èn de samenleving de stap te zetten naar een digitale informatievoorziening voor de hele maatschappij. De Studiegroep rept in haar rapport weliswaar van zo’n informatievoorziening, maar werkt dat niet verder uit.

In het rapport lees ik over ‘ambtenaren die digitaal vaardig moeten zijn’. Weer die Haagse bril. Niet alleen ambtenaren, maar mènsen moeten digitaal vaardig zijn. Mensen doen steeds meer zelf in de digitale wereld, het werk verschuift. Wat is gebeurd met internetbankieren en zelfservice bij webwinkels gaat ook bij de overheid gebeuren: burgers gaan een groot deel van het werk zelf doen. Dat betekent dat je moet investeren in de digitale vaardigheden van iedereen.

In een echt nieuwe aanpak gaat de overheid met de samenleving zoeken naar voorzieningen die nodig zijn. Sommige daarvan zal de overheid ontwikkelen, andere niet. Dat kunnen technische voorzieningen zijn, maar ook bijvoorbeeld trainingen voor het aanleren van digitale vaardigheden en het begrijpelijk maken van overheidstaal zodat de wereld van de overheid beter aansluit bij de wereld van de samenleving. Wat daarvoor nodig is lichten Bert Mulder, lector aan De Haagse Hogeschool, en ik toe in de OMOOC Inzicht voor een beter openbaar bestuur.

Deze manier van werken vraagt om een andere mindset, om een cultuuromslag bij de overheid. Zodat de overheid gaat redeneren vanuit de samenleving. En aansluit bij wat Bert Mulder een maatschappelijke informatievoorziening noemt. De overheid maakt daar deel van uit, maar is niet bepalend. Hoe kom je tot zo’n maatschappelijke informatievoorziening? Door allereerst los te laten dat je als overheid alles moet bedenken en organiseren. Door aan te sluiten bij bestaande burgerinitiatieven en platforms waar maatschappelijke instellingen zich al organiseren.

In het rapport van de Studiegroep wordt, in het hoofdstuk over financiering, een ‘structurele digitaliseringsimpuls’ genoemd van tussen de 60 en 120 miljoen euro per jaar. Deze is bedoeld om innovatie en effectiviteit van de digitale overheid te vergroten. De agenda hiervoor wordt, aldus het rapport, door departementen, mede-overheden en uitvoeringsorganisaties opgesteld. Ik zou zeggen: gebruik deze impuls om samen met burgers, maatschappelijke en kennisinstellingen te onderzoeken wat nodig is. Niet vanuit de overheid, maar samen. Dan gaan we de kansen die digitalisering ons biedt – en die in het rapport helder worden omschreven – pas echt benutten.

  • Dick Laan (gemeente Enschede) | 16 mei 2017, 19:35

    Helemaal mee eens. Maar dan is het wel nodig dat dit niet bij BZK wordt belegd. Mijns inziens is MinFin een betere en logische keuze. Daar is meer onafhankelijkheid geborgd en dmv euro’s kun je ook meer sturend optreden.

  • Edo Plantinga | 31 mei 2017, 11:53

    Hear hear. Ook de analyse van Bas Linders op iBestuur is erg de moeite van het lezen waard: https://ibestuur.nl/weblog/beleidsconcurrentie. De structuur van de overheid loopt achter op hoe de huidige informatiemaatschappij functioneert. En daarvoor is de ICT infrastructuur en alles wat daarmee samenhangt te belangrijk. Als je de vergelijking trekt met de fysieke infrastructuur van het wegennet, dan hebben we toch ook geen tien halve Rijkswaterstaatjes die allemaal het wiel opnieuw aan het uitvinden zijn?

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren