Met burgers om tafel over de digitale samenleving
Digitalisering heeft een enorme impact op de samenleving. Niet gek dus dat die samenleving in toenemende mate wordt betrokken bij besluitvorming over digitalisering. Maar bij het organiseren van een geslaagd burgerpanel komt veel meer kijken dan het versturen van wat uitnodigingen en het huren van een zaaltje.
Vele vormen
Burgerparticipatie over digitalisering kent vele vormen. In onder meer Groningen vormen inwoners een ethische commissie die de gemeenteraad scherp houdt. In Amsterdam, dat een participatieverordening kent, werd de gemeentelijke Visie op AI mede vormgegeven aan de hand van socratische gesprekken met inwoners. Ook op landelijk en Europees niveau vinden er initiatieven plaats, zoals een grootschalig dialoogprogramma van het Rathenau Instituut en een Belgisch burgerpanel dat minutieus werd voorbereid.
Wat moet er na uw dood met uw data gebeuren? Kun je bevriend zijn met een chatbot? Mag de inzet van kunstmatige intelligentie ten koste gaan van het milieu? Wat verwacht u van de overheid op dit gebied? Het zijn vragen waar de meeste mensen niet dagelijks over nadenken, maar die in de nabije toekomst wel heel relevant kunnen zijn voor iedereen. Het Rathenau Instituut organiseert met steun van het ministerie van BZK een dialoogprogramma over de digitale samenleving van de toekomst. Het programma loopt tot oktober 2027.
Smartphone
Het Rathenau Instituut werd in 1994 opgericht om publieke meningsvorming en politieke meningsvorming over wetenschap en technologie te stimuleren. Het dialoogprogramma past uitstekend binnen deze doelstelling, zegt onderzoekscoördinator Linda Kool. ‘De focus ligt op opkomende en toekomstige ontwikkelingen. Ook vanuit de gedachte dat we de smartphone en sociale media indertijd massaal hebben omarmd – misschien hadden we daar toch iets minder laissez-faire naar moeten kijken. Kunnen we anticiperen op de komst van digitale technologie zodat die ons ondersteunt en verrijkt?’
Gespreksvormen
Het dialoogprogramma kent verschillende gespreksvormen. Er vinden burgerpanels plaats die een volle dag duren, maar ook gesprekken van één of twee uur in buurthuizen, scholen en religieuze centra, ‘omdat niet iedereen de tijd en de luxe heeft om naar een burgerpanel te gaan.’ De onderzoekers zijn daarnaast aanwezig in musea en op festivals om met bezoekers in gesprek te gaan. Het vierde spoor van het programma is de uitwisseling met de politiek.
De onderzoekers doen telkens twee provincies aan. Het programma ging in Groningen en Drenthe van start met het thema ‘digitalisering en sociale relaties’. Begin februari staan gesprekken gepland in Zuid-Holland en Zeeland. Later volgen de thema’s democratie en leefomgeving. Binnen elk thema is ook aandacht voor digitalisering in relatie tot zelfbeeld en mentaal welzijn.
Afspiegeling
Een wervingsbureau zorgt dat er een representatieve afspiegeling van de provincies bij de burgerpanels aan de tafels zitten. Vijftig burgers, verschillend in onder andere gender, leeftijd, opleiding en burgerlijke staat, maar ook variërend in digitale vaardigheden en toekomstdromen. Aan iedere tafel zit een gespreksbegeleider en een tekenaar. De gesprekken worden gevoerd aan de hand van waarden. Welke vier waarden vinden de deelnemers belangrijk? Hoe kan digitale technologie die waarden ondersteunen? Hoe willen ze dat de digitale toekomst eruitziet?
Ten tijde van het interview heeft Kool net een eerste gesprekstafel meegemaakt, over het subthema dood, afscheid en rouw. ‘Ze kwamen tot de conclusie dat mensen zelf regie moeten kunnen hebben over wat er met hun data gebeurt na hun overlijden. Aan mijn tafel was een aantal mensen dat zei dat ze hier nog nooit over hadden nagedacht, maar dat ze er toch maar eens een gesprek met hun dierbaren over gingen voeren. Daarmee was de dag voor mij geslaagd.’
Burgerforum
Dat burgerpanels een opkomend fenomeen zijn in Nederland, is mede te danken aan inspirerende voorbeelden van de zuiderburen. België kent een langere, rijke traditie van burgerparticipatie. Zo bestaat er sinds 2011 de G1000, een burgerforum dat werd opgericht toen het land 500 dagen zonder regering zat (‘dan doen we het zelf wel’). Eén van de initiatiefnemers van de G1000 was burgerparticipatie-expert Cato Léonard. Zij organiseerde het eerste nationale burgerpanel in het kader van de Conference on the Future of Europe, waar iedere lidstaat input op mocht geven. En toen België besloot om tijdens het Belgische EU-voorzitterschap van de Europese Raad een nationaal burgerberaad te organiseren, werd dat wederom georganiseerd door haar bedrijf Glassroots.
AI
De visie van burgers op artificiële intelligentie binnen Europa was reuze relevant, zo rond de tijd dat de AI-verordening werd aangenomen. Het panel bestond uit zestig gelote Belgen die drie weekenden bij elkaar kwamen in Brussel in het voorjaar van 2024. Onder begeleiding van professionele gesprekfacilitators praatten ze samen over de impact van AI en de rol die de Europese Unie hierin zou kunnen spelen. De samenkomsten leverden een visie met negen aanbevelingen op voor de Belgische regering en voor Europa.
Daar ging een lang proces aan vooraf. Hoe zorg je dat die zestig burgers een goede afspiegeling vormen van de samenleving, met precies genoeg representanten van Frans-, Nederlands- en Duitstalig België, in een goede man-vrouw verhouding, een derde jongeren tot 24 jaar, in een juiste verdeling per regio? Het begint met een goede eerste brief, zegt Léonard. ‘Die brief is absoluut cruciaal. Die moet zo zijn opgesteld dat iedereen zich aangesproken voelt. “Wij hebben uw stem nodig. Iedereen mag deelnemen. Alles wordt voor u verzorgd tijdens die drie weekenden. U hoeft niet te zorgen voor eten en drinken.” Alle mogelijke drempels moet je wegnemen in die eerste brief.’
Scam
In totaal werden 16.200 brieven verstuurd, afgewogen per taalgebied. 1177 mensen reageerden. Dat is 7,22 procent, volgens Léonard een bijzonder hoog aantal. Ze zegt: ‘Je krijgt een brief op naam, met het logo van de overheid, met een uitnodiging om drie weekenden naar Brussel te komen. Veel mensen denken dat het een scam is.’ Er werd een contactcentrum ingericht, dat al dan niet achterdochtige vragen van briefontvangers beantwoordde via alle mogelijke communicatielijnen. Om tot een tweede schifting te komen, moesten belangstellenden een lange vragenlijst invullen. ‘We vulden als het ware een grid met criteria,’ zegt Léonard. ‘Toen het grid vol was, gingen we mensen één voor één opbellen om te vertellen dat ze bij de zestig burgers hoorden.’ Alle ‘uitverkorenen’ kwamen opdagen in Brussel. Volgens Léonard komt dat omdat ze vooraf van alle informatie waren voorzien. ‘Mensen die nog nooit in Brussel waren geweest en vreesden dat het niet veilig was, of die zich bijvoorbeeld niet goed voelden in een grote groep, kregen te horen dat ze een buddy mochten meenemen. Daarnaast kan ik tot de allerlaatste minuut voor het burgerpanel mensen kan wisselen. Als iemand ziek wordt, heb ik een vervanger die aan compleet dezelfde criteria voldoet.’
Experts aan boord
Niet iedereen heeft toch evenveel kennis over AI? ‘Bij elk onderwerp moet je ervan uitgaan dat niemand kennis heeft over het onderwerp. Je zorgt dat je experts aan boord hebt die in het begin uitleggen waar het over gaat.’ Vooraf werden de slides van de experts aangepast zodat iedereen ze kon begrijpen. Daarnaast waren er demo’s van AI-toepassingen. Zo liet de Vlaamse dienst voor arbeidsbemiddeling zien hoe zij banen matchen aan personen met behulp van AI. Ook de Belgische onderhandelaars voor de AI Act waren present, om antwoorden te geven op vragen van de burgers. Léonard: ‘De kern van een burgerberaad is de deliberatie tussen de burgers. In kleine groepjes van tien personen formuleren zij waar hun bezorgdheden zijn, waar zij meer vragen over hebben, om hun aanbevelingen en hun visie zo scherp mogelijk te formuleren.’
Dat er veel werk in het organiseren van een geslaagd burgerpanel gaat zitten, moge duidelijk zijn. Waarom is het nodig? Cato Léonard verwoordt het zo: ‘De wereld verandert met een snelheid die men amper kan volgen. Daarom denk ik dat het goed is voor beleid om zo veel mogelijk stakeholders te betrekken, waaronder burgers. Als je een paar uur doorbrengt met een echt diverse groep, kom je achter een aantal dingen die je nooit zou hebben gezien. Dat is een onwaarschijnlijk rijke aanvulling op je proces.’
Lees ook: