De problemen in uitvoering en IT moeten worden aangepakt, maar nogmaals: laten we vooral niet overhaast te werk gaan.
Het onderwerp staat hoog op menig agenda. Terecht, want tal van uitvoeringsorganisaties, van Belastingdienst tot UWV en van CBR tot IND, kampen met serieuze problemen.
In zijn veelgeprezen boek, Groter denken, kleiner doen, schreef Herman Tjeenk Willink dat ‘de publieke sector is aangetast door betonrot’. Jarenlange bezuinigingen, gekoppeld aan een verregaande regelzucht, die maakt dat uitvoerders verstrikt raken in een keurslijf van protocollen, normen en modellen eisen hun tol, aldus Tjeenk Willink.
In een eerdere bijdrage (16 december 2019) haalde ik in dit verband het voorbeeld aan van de Wajong, waar inmiddels drie verschillende regimes voor zijn bedacht. Ga er als uitvoeringsorganisatie maar aanstaan.
Ook Daan Rijsenbrij voorziet dat de overheid dreigt vast te lopen door, wat hij omschreef, een mix van ‘gebrek aan adequate digitale architectuur’ en ‘een verouderde bedrijfscultuur.’ Ook daar heb ik mij in eerdere blogs al enkele malen over opgewonden, onder meer in de stukjes die ik heb geschreven na een bezoek aan Estland. De gemeenschappelijke noemer van deze blogs was mijn pleidooi voor een overheidsbreed gedragen visie op de e-overheid, die wordt vertaald in verplicht stellende afspraken De ingrediënten voor een optimaal functionerende digitale dienstverlening zijn in Nederland voorhanden. Wat ontbreekt, zo stelde ik, is een heldere strategie en bestuurlijke moed.
Het besef dat de relatie tussen overheid en uitvoering danig is verstoord, is inmiddels ook doorgedrongen tot de Tweede Kamer. Begin deze maand is de Tijdelijke commissie Uitvoeringsorganisaties van start gegaan met een onderzoek naar de problemen bij uitvoeringsorganisaties en het verlies van de menselijke maat daarbij. Een andere Tijdelijke Kamercommissie, met de naam Digitale toekomst, buigt zich sinds juni vorig jaar over de vraag hoe de Tweede Kamer ‘meer grip kan krijgen op gewenste en ongewenste ontwikkelingen samenhangend met digitalisering.’ De instelling van de Kamercommissies, de notitie van Rijsenbrij en het boek van Tjeenk Willink illustreren mijn overtuiging dat we gekomen zijn aan het eind van een tijdsgewricht.
‘Sterft, gij oude vormen en gedachten….. de wereld steunt op nieuwe krachten.’ Het is een strofe uit de 120 jaar geleden door Henriette Ronald Holst vertaalde Internationale, maar weer verrassend actueel. Het is opnieuw tijd voor radicale verandering. Wat die nieuwe krachten zijn? Niet de politiek en het bestuur, meent Herman Tjeenk Willink, ze zijn onderdeel van het probleem, niet de oplossing. Hij zoekt het eerder in de vorming van een tegenmacht van mondige burgers en professionals. want: ‘Een macht zonder tegenmacht wordt een absolute macht, zoals samenspraak zonder tegenspraak een monoloog is…‘
Wij werken bij Wigo4it aan een mooi podium voor die tegenmacht: het Ontmoetingsplein, een digitaal forum waar markt, burgers en overheid op elk moment van de dag elkaar kunnen vinden en samen kunnen zoeken naar een antwoord op elkaars vragen en problemen. Het plein past bij een nieuwe manier van digitaal innoveren die uitgaat van de behoefte en de leefwereld van burgers.
Daan Rijsenbrij houdt samen met Guido Bayens een pleidooi voor de oprichting van een Rijksdienst voor Digitale Dienstverlening (RDD), die moet zorgen voor een broodnodig ‘nieuw, fris elan in de IT-community van de overheid’. Hun analyse van de bestuurlijke – en IT-problemen deel ik. Over de aangedragen oplossing heb ik zo mijn bedenkingen. De RDD doet mij te veel denken aan de Digicommissaris en iedereen weet hoe dat afgelopen is. Waarom zou nu wel lukken wat destijds niet lukte?
In lijn met mijn eerdere blog, Lof der Traagheid van 17 februari 2020, wil ik opnieuw een pleidooi houden voor bezinning en vertraging in plaats van overhaast te handelen. Laten we eerst eens afwachten waar de twee Kamercommisies mee komen. Denk dan goed na over de aangedragen oplossingen en verbindt ze met elkaar, want de problemen in de uitvoering en de IT-problemen zijn geen geïsoleerde vraagstukken, maar vereisen een integrale, aanpak. Organiseer vervolgens een rondetafelgesprek, met Rijsenbrij, met Tjeenk Willink, de WRR (Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid) en nog zo’n tien, vijftien andere deelnemers die blijk hebben gegeven van hun kennis op dit terrein en ga pas over tot handelen als dat alles heeft geleid tot een breed gedragen oplossing. En zet die dan met alle macht door.
Larissa Zegveld is algemeen directeur van Wigo4it, de coöperatie van de sociale diensten van Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht op het gebied van informatievoorziening. Begin 2019 werd zij benoemd tot voorzitter Forum Standaardisatie, ingesteld door de Nederlandse overheid met als doel het gebruik van open standaarden in de publieke sector te stimuleren.