Gemeenten staan aan de vooravond van een radicale vernieuwing, veroorzaakt door de kracht van informatie. Dat is de stellige overtuiging van Jan van Ginkel, gemeentesecretaris van Schiedam en lid van de VNG-commissie Dienstverlening en Informatiebeleid. “De overheid is geen oplossingsmachine meer, maar een organisatie die gedreven wordt door publieke waarden.”
Jan van Ginkel, gemeentesecretaris van Schiedam en lid van de VNG-commissie D&I.
“Informatie is overal, het is de uitdaging om deze informatie te verbinden voor het genereren van publieke waarden. Zowel verticaal, tussen overheden, als horizontaal in de keten,” zegt Van Ginkel. Als gemeentesecretaris ziet hij wat informatie nu al betekent in de dagelijkse praktijk van gemeenten, als lid van de VNG-commissie onderzoekt hij wat de mogelijkheden van de huidige informatiesamenleving betekenen voor gemeenten. “Ik zie een duidelijk verband tussen de informatiesamenleving die steeds meer informatie genereert, de netwerksamenleving waarin alles met elkaar is verbonden en de participatiesamenleving waarin burgers zelf het initiatief nemen. Deze drie samen zijn wat mij betreft een magische driehoek, in positieve zin.”
Publieke waarden centraal
Het gaat er volgens Van Ginkel om dat gemeenten gaan nadenken hoe zij informatie kunnen gebruiken om tot hogere publieke waarden te komen. Hij noemt als voorbeeld het voorkómen van armoedeval. In plaats van het oplossen van het probleem dat burgers in armoede leven. “Voorkomen heeft meer waarde dan oplossen.” Dat vraagt om een omslag in waarnemen. “De overheid is gewend om te denken in ordening en structuren en gebruikt daarbij gestructureerde informatie. Maar de meeste informatie in de informatiesamenleving is ongestructureerd. Als je kijkt door de bril van ordening en structuren, dan zie je die dus niet. We moeten als overheid leren om anders te kijken.” Dan kan een gemeente bijvoorbeeld beslissen om de sociale wijkteams in te richten naar de beweging in een wijk, in plaats van naar de huidige situatie. Van Ginkel licht toe: “Stel dat in een wijk veel jongeren komen wonen en dat de wijk daardoor verandert. Dan kun je daar alvast op inspelen met de samenstelling van je team, zodat je met die beweging mee kunt.”
Gratis dienstverlening
Door informatie beter te benutten, kunnen gemeenten veel meer maatwerk leveren en daarmee hun uitvoeringskracht vergroten, zegt Van Ginkel: “En dat klinkt een gemeentesecretaris natuurlijk als muziek in de oren.” Hij noemt als voorbeeld de begeleiding van werkzoekenden. “Zij krijgen nu veelal hetzelfde traject aangeboden, terwijl dat meer op het individu gericht kan worden als je meer informatie hebt.” Om echt effectief maatwerk te kunnen bieden zullen gemeenten wel “de slag moeten maken van data naar informatie naar kennis naar inzicht”. Dat heeft nogal wat implicaties, ook voor de expertise en vaardigheden van ambtenaren. “We hebben als gemeenten andere expertise nodig voor het duiden en analyseren van data. Ik weet niet of we dat per se in eigen huis moeten hebben, we moeten er in ieder geval toegang toe hebben.”
De kracht van informatie
Informatie was en is dè grondstof voor de overheid. Het hebben van de juiste informatie is van essentieel belang voor het maken van adequaat beleid en effectieve uitvoering. In onze huidige informatiesamenleving is meer informatie voorhanden dan ooit. Dat biedt kansen en uitdagingen en heeft een forse impact op organisaties. In deze serie interviews komen burgemeesters, wethouders en gemeentesecretarissen aan het woord over de kracht van informatie en de impact daarvan op de rol van de overheid, de organisatie, hun medewerkers en hun werk. De serie is geschreven in opdracht van KING, onderdeel van VNG.
Dat informatie een grote impact heeft op het functioneren van de organisatie staat volgens Van Ginkel buiten kijf. “Het is mijn droom dat overheidsdienstverlening gratis wordt en de bedrijfsvoeringskosten nul. Zodat we al het geld kunnen inzetten voor maatschappelijke opgaven. Neem de verstrekking van het paspoort. Dat hebben we nu heel ingewikkeld geregeld, terwijl iedereen misschien over een paar jaar een chip draagt met zijn gegevens, of zich identificeert met een irisscan. Dan hoeven we geen paspoort meer te verstrekken en is die dienstverlening dus gratis.” Al deze ontwikkelingen samen leiden ertoe dat gemeenten op zoek moeten naar hun eigen informatie-identiteit, stelt hij. “Ondernemingen als Google en Bol ontlenen een groot deel van hun identiteit aan wat zij doen met informatie. Mensen weten wat ze van hen kunnen verwachten. Hoe ziet die identiteit van gemeenten eruit?”
Een open agendering
Van Ginkel noemt de slag die gemeenten maken naar een door publieke waarden gedreven organisatie die informatie optimaal gebruikt “een ontdekkingstocht”. De bestemming is nog niet duidelijk en de route evenmin. Dit sluit aan bij het advies dat de VNG-commissie Dienstverlening en Informatiebeleid aan de Algemene Ledenvergadering (ALV) van 3 juni zal uitbrengen. Dat advies zal namelijk bestaan uit een “open agendering”, geen vaststaande agenda. “Wat wij zullen adviseren is een treintje met vier wagons: innoveren, experimenteren, collectiveren en realiseren. Dat zijn allemaal actieve werkwoorden. Dat treintje rijdt over een rails, waarvan de ene de publieke waarde van dienstverlening is en de andere het beleid voor het hanteren van informatie. We gaan de ALV vragen om in te stemmen met deze aanpak van het treintje.” De inhoudelijke keuzes worden later uitgewerkt, het gaat er om de beweging te ondersteunen. “Je kunt niet nu al voorspellen wat er over een paar jaar nodig is, dat is inherent aan deze tijd.” Duidelijk is wel dat de overheid aan de vooravond staat van een radicale vernieuwing die wordt veroorzaakt door de kracht van informatie, zegt Van Ginkel. “Nu zijn onze organisaties ingericht rondom thema’s als beleid, handhaving en vergunningverlening. Straks staat informatie centraal, dwars door alle thema’s heen. Met daar omheen processen en medewerkers. Die drie vormen de kern van de moderne lokale overheid.”