Goed onderwijs leidt jongeren op voor de banen van de toekomst en draagt bij aan een innovatieve en competitieve economieHet is belangrijk dat digitale geletterdheid in het curriculum komt. Maar mijn belangrijkste suggestie is: Ga in gesprek met schoolbesturen en leerkrachten, luister naar hun wensen en verlangens alvorens overhaaste veranderingen door te voeren.
Het is belangrijk dat digitale geletterdheid in het curriculum komt. Maar mijn belangrijkste suggestie is: Ga in gesprek met schoolbesturen en leerkrachten, luister naar hun wensen en verlangens alvorens overhaaste veranderingen door te voeren.
Het is even schakelen. Aan de ene kant zijn er de emoties die gepaard gaan met mijn afscheid van Wigo4it. Het valt mij zwaar deze energieke, veerkrachtige en uiterst capabele club achter te laten, ook al weet ik dat zij in goede handen is. Tegelijk verheug ik mij op mijn nieuwe baan als directeur-bestuurder van de stichting Kennisnet. Iedereen die mij een beetje kent weet hoe onderwijs mij na aan het hart ligt. Goed onderwijs leidt jongeren op voor de banen van de toekomst en draagt bij aan een innovatieve en competitieve economie. Maar de waarde van onderwijs strekt verder. Goed onderwijs zorgt ervoor dat jongeren later actief kunnen meedoen aan de samenleving, leert hen zelfstandig nadenken, prikkelt en daagt uit. Het is een van de belangrijkste, zo niet de belangrijkste, fase in het leven.
Zeker in deze door digitalisering, technologisering en globalisering snel veranderende, onzekere tijden is het van groot belang jongeren voor te bereiden op een toekomst die meer dan ooit vraagt om vaardigheden als flexibiliteit en creativiteit. De arbeidsmarkt van morgen vraagt om stevig geschoolde krachten die soepel switchen tussen banen en sectoren. Anders dan in landen als Zweden en Finland investeert Nederland veel te weinig in (om-) scholingstrajecten die de overstap van de ene naar de andere baan, al dan niet binnen de eigen sector, faciliteren. Maar ook voor het bestrijden van de toenemende ongelijkheid is onderwijs cruciaal. Het scholingsfonds van de Rotterdamse wethouder Richard Moti, gericht op mensen in de Bijstand, is daarvan een lichtend voorbeeld.
Een ander stokpaardje van mij, naast levenslang leren, is digitaal onderwijs. De corona-crisis leerde hoe belangrijk het is dat alle kinderen in staat worden gesteld digitaal onderwijs te volgen. We willen toch zo graag dat iedereen kan meedoen aan de digitale samenleving? Zorg er dan ook voor dat alle kinderen die een device nodig hebben die ook daadwerkelijk kunnen gebruiken.
Die digitale samenleving vraagt om nieuwe vaardigheden en nieuwe kennis. Daarom is het belangrijk dat digitale geletterdheid in het curriculum komt.
Maar mijn belangrijkste suggestie is: Ga in gesprek met schoolbesturen en leerkrachten, luister naar hun wensen en verlangens alvorens overhaaste veranderingen door te voeren. Natuurlijk is het fijn dat het onderwijs miljarden extra krijgt om de door corona opgelopen achterstanden weg te werken. Maar essentieel is hoe dat geld wordt besteed. Neem ook hiervoor de tijd en leg je oor te luisteren bij direct betrokkenen. ‘Beter onderwijs? Het begint in de klas,’ luidde onlangs de rake kop in NRC.
Anderhalf jaar geleden pleitte ik in het blog Lof der Traagheid (d.d. 17 februari 2020) voor bezinning en vertraging. Dat betrof in de eerste plaats een bezinning over de effecten van de technologische revolutie en het juiste antwoord daarop. Maar het geldt evenzeer voor het onderwijs. Laten we ruimte en tijd nemen diepgaand na te denken hoe we ons onderwijsstelsel beter kunnen organiseren, toegesneden op de eisen van de 21ste eeuw.
Larissa Zegveld is algemeen directeur van stichting Kennisnet. Kennisnet is de publieke organisatie voor onderwijs en ict, zorgt voor een landelijke ict-basisinfrastructuur, adviseert de sectorraden en deelt kennis met het po, vo en mbo. Ook is zij voorzitter van het Forum voor Standaardisatie, ingesteld door de Nederlandse overheid met als doel het gebruik van open standaarden in de publieke sector te stimuleren.