AcICT: Volgend kabinet moet nóg meer werk maken van digitale overheid
In aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen in november adviseert het Adviescollege ICT-toetsing (AcICT) politieke partijen in hun verkiezingsprogramma extra aandacht te besteden aan digitalisering. Aandachtspunt 1: Stel een minister aan voor digitale zaken die op kabinetsniveau het belang van de voortgaande digitalisering van de overheid behartigt.
Er is in de afgelopen jaren flink wat bestuurlijk voortgang is geboekt, constateert het Adviescollege, zoals de invoering van het (vernieuwde) CIO-stelsel onder het ministerie van Binnenlandse Zaken en de Tweede Kamercommissie voor Digitale Zaken. Maar er moet meer gebeuren.
Haalbaarheid van beleid en wetgeving
Ze wijzen er nog eens op dat bij het maken van beleid en wetgeving moet in een vroeg stadium rekening gehouden worden met de digitale uitvoerbaarheid daarvan. De ervaring van het AcICT leert dat ICT-deskundigen regelmatig te laat betrokken worden om helder te krijgen welke ingrepen nodig en vooral haalbaar zijn om beleid en wetgeving uit te kunnen voeren.
Hoge eisen aan betrouwbaarheid
De uitvoering van vrijwel alle overheidstaken is dominant digitaal geworden. De omvang en complexiteit van informatiseringsactiviteiten bij de (rijks)overheid is dan ook ongekend groot. Er is sprake van een grote diversiteit aan belanghebbenden, gebruikers, gegevens, afhankelijkheden en functionaliteiten. De betrouwbaarheidseisen liggen hoog en er moet altijd verantwoording afgelegd kunnen worden over het verleden.
Bestuurlijke aandacht vereist
Het gaat niet alleen om vernieuwing van overheidsdienstverlening. Ook het onderhouden en beheren van de huidige ICT-systemen vereist tijd, aandacht en middelen, waarschuwt het adviescollege. En de verantwoordelijkheid hiervoor ligt niet alleen op uitvoerend niveau, het vergt diepgaande bestuurlijke aandacht.
Aandachtspunten voor verkiezingsprogramma’s
- Stel een minister aan voor digitale zaken die op kabinetsniveau het belang van de voortgaande digitalisering van de overheid behartigt.
Het belang van ICT bij de overheid is dermate groot dat dit om een volledige toegewijde minister vraagt. Deze behartigt het belang van digitale uitvoerbaarheid en treedt coördinerend op om digitale samenwerking en uitwisseling van kennis tussen overheidsonderdelen te bevorderen. Ook het inspelen op Europese wet- en regelgeving op het terrein van digitalisering vereist een sterke coördinatie vanuit Nederland. - Zorg dat voorstellen voor nieuw beleid goed zijn doordacht als het gaat om digitale uitvoerbaarheid.
Die uitvoerbaarheid zou geadresseerd moeten worden bij beleidsvoorstellen in verkiezingsprogramma’s, zoals er ook een “digitale paragraaf” bij nieuwe wetgeving zou moeten komen. Zorg dat hiervoor in het regeerakkoord expliciet aandacht is. - Zorg in de nieuwe regeerperiode voor continuering van een sterke Tweede Kamercommissie Digitale Zaken.
Deze commissie, met gedegen kennis van ICT, vormt een belangrijke gesprekspartner voor de minister en collega-Kamerleden. Zorg dat ook in andere Kamercommissies aandacht voor ICT is geborgd. - Vergroot de ICT-kennis bij bewindslieden en Kamerleden
ICT-kennis is vereist om nieuwe wetgeving en beleid te kunnen beoordelen op digitale uitvoerbaarheid, zowel bij bewindslieden als bij (kandidaat) Kamerleden. Zorg daarom voor voldoende training en opleiding. - Inspireer ambitieuze ICT-deskundigen om bij te dragen aan een sterke digitale overheid Investeer in het aantrekken en behouden van informatiseringsdeskundigheid binnen de overheid, zowel voor het uitvoeren van nieuwe projecten als voor het beheren van de huidige systemen. Bied niet alleen een aantrekkelijke werkomgeving, maar draag ook een inspirerende missie uit.
Mijns inziens wordt hier een middel tot doel verheven. We hebben nog nooit een minister van kantoorbehoeften gehad. Wat we nodig hebben zijn goede principes die binnen de overheid niet alleen afgesproken maar ook afgedwongen worden. Een autoriteit die bevoegd is om digitaliseringstrajecten stil te leggen. En die garandeert dat digitale systemen nooit beslissingen zullen nemen. Eigenlijk een instantie à la de gerechtelijke macht, die voornemens van de regering kan blokkeren. Een tegenmacht dus.