Overheid in transitie
Artikel

Duurzame samenleving begint bij op duurzaamheid sturende overheid

Waar ‘Duurzaamheid’ in veel jaarplannen een strategische pilaar is, zit de wereld nog steeds niet echt in de actiemodus. En de tijd dringt. Wat is de rol van de Nederlandse overheid?

We hebben nog zeven jaar om de reductiedoelstelling van 55% minder broeikasgassen in (eind) 2030 te behalen. Als we kijken naar de uitdagingen in het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG), concludeerde het Planbureau voor de Leefomgeving onlangs dat het behalen van de doelen op de huidige voet niet aannemelijk is. Hoewel iedereen een rol moet spelen in de verduurzaming van Nederland, staan we in dit artikel expliciet stil bij de rol van de Nederlandse overheid. Of liever: de rollen. Hoe stuurt de overheid vanuit verschillende perspectieven op de transitie? Hoe draagt zij haar eigen steentje bij? En: hoeveel toewijding heeft de overheid zelf?

Society 5.0

De verduurzamingsopgaven waar we voor staan komen samen in Society 5.0: een visie op de wijze waarop onze samen­leving zich kan ontwikkelen, dankzij slim gebruik van nieuwe technologieën. Een belangrijk onderdeel van deze strategie is publiek-private samenwerking. Ook voor Nederland biedt Society 5 .0 een wenkend perspectief. Het biedt een kader om verder te kijken dan alleen naar de opeenvolgende crises en de vermeende complexiteit daarvan; verder te kijken dan de waan van de dag, en een proactieve, toekomstgerichte houding aan te nemen. Society 5.0 biedt bovendien een nieuw narratief en handvatten om digitale technologieën zoals IoT, AI, VR/AR en robotisering toe te passen op maatschappelijke opgaven. Daarbij moeten publieke waarden en draagvlak maatgevend zijn: een duurzame, door kernwaarden gedreven (digitale) samenleving.

De drie rollen van de overheid

De overheid vervult op verschillende manieren een cruciale rol. Allereerst dient de overheid een sociale transitie te bewerkstelligen. We zullen ons gedrag moeten aanpassen, en publiek beleid moet daarvoor zorgen. Ten tweede zal de overheid het goede voorbeeld moeten geven, voornamelijk in de eigen bedrijfsvoering. Ten derde dient de overheid de ruimtelijke transitie — de fysieke aanpassing van Nederland – te stimuleren. We lichten ze nader toe.

1. Sociale transitie

De sociale transitie is randvoorwaardelijk voor de verduurzaming. Participatie is dé versneller in de energietransitie, en dé vertrager wanneer het eraan ontbreekt. Maar participatie kan alleen slagen als de overheid ‘klimaatangst’ weten weg te nemen, en burgers handelingsperspectief weet te bieden. Ontbreekt dat handelingsperspectief? Dan kan klimaatdiensttijd uitkomst bieden. Door op deze manier meer arbeidskracht te mobiliseren, kan de overheid samen met de burger echt werk maken van de verwezenlijking van onze klimaatdoelen.

Verduurzaming gaat vaak hand in hand met digitalisering.

2. Naar een innovatieve, normerende bedrijfsvoering

Een beter klimaat begint bij jezelf. Om als overheid geloofwaardig te zijn in de verduurzaming van Nederland, zal zij ook haar eigen bedrijfsvoering op orde moeten brengen. Dat kan onder meer door te kiezen voor normerend beleid. Beleid dat innovatief handelen ondersteunt. Dergelijk beleid is in Nederland nog onvoldoende ontwikkeld; reden waarom we achterlopen op de rest van Europa als het gaat om duurzaamheid. Het is zaak dat onze overheid haar licht opsteekt bij landen als Denemarken en Zweden. Zij lopen voorop dankzij enerzijds dwingend- en handhavend-, en anderzijds stimulerend- en subsidiërend klimaatbeleid.

Dat er een tandje bij mag is evident. De overheid staat voor een breed scala aan ingrijpende én urgente duurzame transformatieopgaven. Daarbij kunnen we niet meer volstaan met het benutten en optimaliseren van oude werkwijzen. Het sleutelwoord? Innovatie! Niet enkel in het onderzoeken van en experimenteren met POCs en pilots, proeftuinen en –ballonnen. Voor echte impact is schaalbaarheid nodig.

Tot nu toe blijkt het bereiken van die juiste schaal een weerbarstige opgave. Veel startups slagen er bijvoorbeeld niet in om de volgende stap te zetten, waardoor veel innovaties niet tot wasdom komen. Contextuele factoren als sociale dynamiek, technische systemen, samenwerking in het ecosysteem en flexibele wet- en regelgeving zijn bepalend voor succes.

3. De ruimtelijke transitie

De verduurzaming van Nederland kent tenslotte ook een ruimtelijke opgave. Als we kijken naar de uitdagingen in het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG), concludeerde het Planbureau voor de Leefomgeving onlangs dat het behalen van de doelen op de huidige voet niet aannemelijk is. De noodzaak voor verduurzaming is dus groot – waarbij zal blijken dat verduurzaming vaak hand in hand gaat met digitalisering. De technologie ontwikkelt zich sneller dan ooit tevoren – en onze steden experimenteren er flink op los.

De technologie is dan ook vaak niet het knelpunt. Ook hier verdient vooral de sociale component extra zorg: hoe zorgen we ervoor dat alle burgers de verandering echt kunnen meemaken? Met andere woorden: hoe creëren we draagvlak voor de digitale, duurzame transitie? Als we daarin slagen, dan lossen we de belofte van Society 5.0 pas echt in.

Aan de slag

Maar zover is het nog niet. Nederland zal publiek én privaat, in samenwerking én individueel, voor het collectief en het individu het tempo van effectieve verandering moeten opschroeven. Alleen dan slagen we erin om Nederland een bestendige toekomst tegemoet te laten gaan.

Auteurs bijdrage: Erik Hoorweg (Vice President & Lead Publieke Sector) en Tom van den Nieuwenhuijzen (Director Sustainability Public), Capgemini Invent Nederland.

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren