Vanuit een gemeente en gemeente-overstijgend belang zou ik een belangrijker bestuurskundig, bedrijfskundig, informatiekundig en politicologisch vraagstuk op de agenda zetten dan de kwaliteit van de gemeenteraad: Wat is in deze tijd de juiste schaal en eenheid van besturing van het beleid van gemeenten inzake uitgaven aan ICT en nog belangrijker wat is de daarbij passende inrichting van de informatievoorziening?
Oproep tot debat
Sommige mensen in het openbaar bestuur maken zich zo kort voor de verkiezingen druk over de kwaliteit van de gemeenteraden. Deels heeft die zorg te maken met de overdracht aan gemeenten van taken in het sociale domein. Deze taakoverdracht gaat gepaard met een verdubbeling van het budget.
403 keer het wiel uitvinden, 1 coöperatie U.A. (Uitgesloten Aansprakelijkheid) van 403 leden die de inrichting en het beheer van hun informatiehuishouding aan deze coöperatie overdragen, of een vorm daar tussen in?
Ik formuleer dit vraagstuk zo omdat:
- de kwaliteit van de democratische controle op lokaal niveau niet los gezien kan worden van de kwaliteit van de informatievoorziening.
- Ook bij de drie decentralisaties, de inrichting, aanpasbaarheid, het gebruik en de kosten van de informatiehuishouding binnen een gemeente, en gemeente-overstijgend, een centrale rol spelen.
- We aan dit vraagstuk wat kunnen doen: het verbeteren van de kwaliteit van onze politiek-gekozenen is aan de kiezer.
Het nadrukkelijk koppelen van de kosten en inrichting van de informatiehuishouding aan de kwaliteit van onze (lokale) democratie doe ik omdat ik mij ernstig zorgen maak over het langere termijn draagvlak van een overheid die rechtmatigheid niet weet te koppelen aan informatievoorziening en doelmatigheid.
Debat geopend
iBestuur is het platform voor iedereen die betrokken is bij de i-overheid en omdat iBestuur bijdraagt aan het ontwikkelen van een gemeenschappelijke visie op een efficiëntere, effectievere en klantvriendelijke overheid ligt het voor de hand dit debat te voeren via iBestuur. Hierbij verklaar ik het debat met politiek, bestuurlijk en ambtelijk Nederland aangaande dit onderwerp voor geopend.
Ik formuleer ten eerste mijn uitgangspunten voor dit debat.
- De gemeente is de juiste eenheid van besturing.
- Ik onderschrijf het beleidsuitgangspunt dat de gemeente de poort is naar de burger.
- Ik onderschrijf de noodzaak van de decentralisatie van overheidstaken in het sociale domein naar gemeenten.
- Thorbecke staat verregaande samenwerking tussen gemeenten en Rijk niet in de weg.
- Ik stel de mens en de professional centraal bij de inrichting van processen en de uitvoering van wetten.
- Ik wil dat er zo weinig mogelijk geld wordt verbruikt bij de uitvoering van wetgeving.
- Burger en bedrijven dienen zo veel als mogelijk (in staat gesteld te worden) te participeren in de uitvoering van (lokale) overheidstaken.
Het is juist nu het moment dit debat te starten. Gemeenten worden in 2015 verantwoordelijk voor jeugdzorg, werk en inkomen en zorg aan langdurig zieken en ouderen. Een deel van deze taken hebben zij nu ook al, een deel nemen zij over van de Rijksoverheid.
Zo wordt niet alleen een kwalitatieve en beleidsmatige doelstelling nagestreefd, tegelijk denkt men een kwantitatieve bezuiniging te kunnen realiseren. Daartoe zegt het Rijk een aantal flankerende maatregelen te nemen. Minder regeldruk en eenvoudigere en eenduidigere geldstromen voor de taken in het sociaal domein richting gemeenten. Zo is het de bedoeling dat gemeenten uiteindelijk één budget krijgen om de participatie in de maatschappij te bevorderen. Besteding van en verantwoording over dit budget wordt zo voor gemeenten en samenleving overzichtelijker. Tot zover de goede bedoelingen.
Ik onderschrijf deze goede bedoelingen, maar zie toch wat beren op de weg. Ik vraag mij bijvoorbeeld af hoe het komt dat negen van de tien gemeenten in de schulden zitten Een gevolg van een gebrekkig inzicht in de effectiviteit van het uitgevoerde lokale beleid?
Ik vraag mij ook af of deze financiële problemen niet alleen een gevolg zijn van falend grond- en derivatenaankoopbeleid maar ook van een gebrek aan behaalde innovatie, schaal-, efficiëntie en inkoopvoordelen met een omvang van 12 miljard over de laatste 10 jaar zoals Ronald Berger Consultancy voor de gehele (ook lokale) overheid in 2013 heeft uitgerekend
Machtspositie
Ik vraag mij af of een tekortschietend inzicht in de financiële huishouding een gevolg is van een tekortschietende informatiehuishouding. Een informatiehuishouding die gekenmerkt wordt door veel te hoge kosten (1,2 miljard per jaar voor alle gemeenten), door een gebrekkig aanpassingsvermogen ten gevolge van niet flexibele en niet eenvoudig aanpasbare software, door een onacceptabele machtspositie van enkele zeer dominante software leveranciers en door het gebrek aan inhoudelijke kennis van en belangstelling voor ICT-vraagstukken bij bestuurders.
Zou het zo kunnen zijn dat eenvoudig te behalen bezuinigingen niet of niet snel gerealiseerd kunnen worden door een hoge mate van afhankelijkheid van enkele softwareleveranciers? Als dit waar is wat betekent dit dan bijvoorbeeld voor de kosten van het inpassen van nieuwe taken in oude systemen?
Mochten al deze vragen nog geen aanleiding zijn voor een paar discussies aan de bestuurstafel, dan vraag ik aandacht voor de te verwachten problemen met betrekking tot het inrichten van de informatievoorziening in een nieuwe keten van samenwerkende partijen. Juist op het terrein van de noodzakelijke ketensamenwerking hebben (semi-)overheden een matig trackrecord.
Klanten in de jeugdzorgketen moeten soms meer dan twintig keer hetzelfde uitleggen, terwijl de professionals niet weten wie, wat, wanneer tegen welke kosten doet. Dit geldt overigens ook in hoge mate voor de afhandeling van dossiers binnen de gemeente zelf. De ene afdeling weet vaak niet wat de ander doet, laat staan wat al deze verspilling kost. Deze problemen worden niet veroorzaakt door een gebrek aan kwaliteit van de gemeenteraad maar door gebrekkige processen en een falend ICT-beleid waardoor deze processen niet een, twee, drie te verbeteren zijn. Samen met een gebrek aan kennis en aandacht bij bestuurders en ambtelijk apparaat zorgt dit voor een langzamerhand falend en vastlopend systeem.
Gemeenten zijn volledig afhankelijk van enkele marktpartijen die al meer dan tien jaar kunnen doen en laten waar ze zin in hebben. Ik ben van mening dat een principiële discussie over de wijze van de besturing van de informatiehuishouding in 403 gemeenten hard nodig is, omdat het systeem van democratische controle op dit aspect al decennia niet optimaal functioneert. Het feit dat 403 gemeenten evenzoveel aanbestedingsprocedures moeten uitvoeren voor de aanschaf van overal exact dezelfde bijhoudingssoftware op een centrale database, omdat men niet tot een productieve samenwerking kon komen, is wat mij betreft een onacceptabele uitkomst van een gebrek aan samenwerking door gemeenten op het ICT-dossier.
Vrijwel iedere poging tot standaardisatie wordt in de knop gebroken of afgeremd (door een slecht functionerende markt voor gemeentelijke ICT) of wordt door het proces zo duur dat de winst van samenwerking al bij voorbaat is verdampt. Op welk democratische bestuurslaag is dit aspect van het reilen en zeilen in gemeenten aan politieke controle onderhevig? Ik heb nog niemand betrapt op een poging dit onder de aandacht van wethouders, gemeenteraadsleden, provinciale bestuurders, Kamerleden en of ministers te brengen. Door deze verkwisting wordt vast iets veel nuttiger wegbezuinigd. Wellicht dat de Rekenkamer of de ACM onderzoek kunnen doen naar de doelmatigheid van gemeentelijk ICT-beleid en naar het gedrag van ondernemers. Ik voorspel een zeer interessante uitkomst.
Transparantie
Of het nu gaat om democratische controle van de regering, het provinciaal bestuur, de waterschappen of de gemeenteraad, controle valt of staat met de transparantie en controleerbaarheid van ambtenaren en bestuurders door gekozen lichamen en onafhankelijke lichamen. Er zijn helaas maar enkele gemeenteraadsleden, wethouders en zelfs ambtenaren die voldoende kennis van ICT en de gemeentelijke informatiehuishouding hebben om duidelijk te maken waar het geld aan uitgegeven wordt, waarom er geen schaalvoordelen worden gehaald en waarom de ICT-kosten per burger hoger zijn naarmate de gemeente groter is. Geen enkel debat over de vraag hoe dat nu komt, laat staan enig inzicht in of dit nu klopt en of het waar is.
Dit terwijl de uitgaven per gemeente gemiddeld toch ongeveer 3 miljoen zijn en per burger 70 euro per jaar, elk jaar weer. Op een lijstje dat de Volkskrant op 8 maart publiceerde, staat die uitgave toch in de top 12, vergelijkbaar met de uitgaven per burger aan Sport, Brandweer en Rampenbestrijding en vijf keer zoveel als aan Kinderdagopvang. Niemand die zijn vinger in de lucht steekt met de vraag: Zullen wij ons hier eens in verdiepen? Nee, het valt tussen de wal en het schip van de verschillende bestuurslagen en komt niet op de agenda door een desinteresse van politieke ambtsdragers. Dat deze geen kennis hebben van ICT verwijt ik hen niet, ik heb ook niet overal verstand van, maar dat het zelden een onderwerp van gesprek is in de raad en dat keuzes (te vaak) alleen door ambtenaren, en niet eens op het hoogste niveau, worden gemaakt is een zeer treurig voorbeeld van een democratisch deficit.
Mogelijk is dit alles een gevolg van een wellicht doorgeslagen vertrouwen in leveranciers en marktwerking waardoor er leveranciers zijn die al 20 jaar gemeenten gijzelen, kennis wegkopen, schaalvoordelen weigeren terug te geven en innovatie tegenhouden of hun verdienmodel weigeren aan te passen. Het treurigste is wel dat als deze redenering klopt, de Nederlandse samenleving niet kan profiteren van technologische vooruitgang die sommige bedrijven in de ICT wel degelijk boeken. Dat de aanname zou kunnen kloppen blijkt uit het eerder genoemde rapport van Berger, die aantoont dat productiviteitsverbetering binnen de publieke sector ver achter blijft bij die in de private sector.
Ik snap heel goed dat gemeenten een zelfstandige bestuurslaag zijn en dat zij zich op een aantal beleidsterreinen als onafhankelijk van de centrale overheid mogen gedragen. Ik snap best dat de VNG als vereniging slechts een beperkt coördinerende rol kan spelen en blijkbaar niets aan gemeenten dwingend kan opleggen. Ik begrijp ook dat je een dergelijk staatsrechtelijk vraagstuk niet oplost via een blog.
Een gebrek aan transparantie, interesse en kennis maakt echter dat we niet in staat zijn de werking van het democratisch en constitutionele systeem te doorgronden om zo systeemfalen te voorkomen. Dit falen is zichtbaar op nationaal niveau, zie het grote aantal falende ICT-projecten. Het is slechts een kwestie van tijd voordat dergelijk falen ook op lokaal niveau zichtbaar wordt. Alle gemeenten samen geven bij elkaar opgeteld 1,2 miljard euro aan ICT uit. Ondoelmatigheid is in deze context het uitgangspunt. Reden tot zorg over de kwaliteit van ons democratische systeem. Hoe lang zal de burger nog accepteren dat we minimaal 900 (ik doe een gooi) miljoen per jaar weg flikkeren aan verouderde niet flexibele ICT en daarmee de zakken van enkelen vullen. Ik ben het in ieder geval meer dan zat en pleit voor een coöperatie U.A. van 403 gemeenten die de verantwoordelijkheid voor de ICT overneemt van die gemeenten. Een blauwdruk daarvoor komt aan de orde in de volgende blogs waarin ik nog minimaal 6 andere meer of mindere voorbeelden van systeemfouten aan de orde zal stellen. Ik zal dan ook aangeven dat ik ook meen 900 miljoen euro per jaar te kunnen besparen in de keten waarin bepaald wordt welke burgers er in 2016 zorg ontvangen. Bij elkaar 1,8 miljard voor het oprapen. Heb ik uw aandacht? Ik reken in ieder geval op uw weerwoord.
Ik ga graag het debat aan.

Plaats een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Lekker heldere stellingname. Waar het nu nog vooral signaleren is van wat er allemaal niet goed gaat, maakt het benieuwd naar het vervolg waarin beschreven gaat worden hoe het beter kan.
Een deel van de column waar ik moeite mee heb ik dat met de vinger wijzen naar leveranciers die op de gemeentemarkt actief zijn. Ik heb ondertussen aardig wat situaties meegemaakt waarin ik blij ben dat leveranciers voorinvesteren en keuzes maken waar de overheid zelf niet toe in staat lijkt. Ik heb het in de loop van de tijd dan ook omgekeerd: wees blij dat er een paar sterke partijen zijn, omdat je anders alles zelf zou moeten doen (wat gelet op de de stellingname van de auteur niet veel goeds zou voorspellen).
Zonder in detail in te willen gaan op de diepgravende discussie op de diverse punten hierboven wil ik aandragen dat er sinds eerdere pogingen tot vernieuwing van de ict-wereld van de overheid twee cruciale veranderingen hebben plaatsgevonden.
Ten eerste zijn de ict-werelden van die 1000 overheidsorganisaties met elkaar verbonden via internet. Het is dus een stuk gemakkelijker geworden om onafhankelijk van locaties en organisaties oplossingen te kiezen die overal bruikbaar zijn. Dit proces is bij het Rijk al bezig, maar kan net zo goed overheidsbreed doorgetrokken worden. Dat hoeft niet één oplossing te zijn, maar zeker geen 1000.
Ten tweede heeft de wereld van open source en open standaarden een enorme professionalisering doorgemaakt en is er een bruikbaar alternatief voor licentiegebonden software. Dat maakt niet alleen andere businessmodellen en keuzes mogelijk, maar biedt ook de mogelijkheid om slimmere combinaties te maken en samenwerkingsverbanden aan te gaan. Overheidsbreed wordt daardoor gelijk aan flexibiliteit.
Als je dit doordenkt kom je uit op het volgende concept:
ibestuur.nl/weblog/d…
Vanuit deze ideeën hebben we ook Pleio opgezet overigens:
overheidsbreed, zodat de kosten van de basisvoorziening laag zijn;
modulair, zodat elke overheid het kan aanpassen naar eigen behoefte;
open source, zodat iedere overheid maatwerk kan laten maken (en weer delen);
ecosysteem, zodat bedrijven hun diensten en software op Pleio kunnen bouwen.
Over die rol van Pleio als infrastructuur heb ik ook een blog geschreven op iBestuur.nl, zie:
ibestuur.nl/weblog/p…
Constaterende dat er nieuwe mogelijkheden zijn om de ict van de overheid slimmer en goedkoper in te richten, dan ligt de vraag voor ons hoe we die mogelijkheden het beste kunnen gebruiken. Dit is mijn antwoord, maar uiteraard sta ik open voor andere oplossingen!
Beste Swier Jan, je triggert me zeker met je ‘belofte’ dramatisch te kunnen bezuinigen op IT uitgaven bij gemeenten. En één van de begrippen die naar voren komt is dan altijd: standaardisatie. Helaas is in de praktijk standaardisatie van functionaliteit over zelfstandige partijen heen zelden op te leggen. Pas als er een ‘offer they cannot refuse’ op tafel ligt, waarbij problemen weggehaald worden bij gemeenten, zonder dat er nieuwe grote veranderprojecten over hen heen uitgestort worden, zal een gemeente zich bij dit voorstel willen aansluiten. Heb jij dat ei van Columbus?
En dan standaardisatie: volgens mij moeten er voor gemeenten oplossingen worden geboden die zeker ‘standaard’ zijn, maar die tegelijkertijd de ruimte bieden om de specifieke procesinvulling bij die gemeenten, aanpasbaar aan de lokale situatie.
Een ERP achtige oplossing, waarbij een standaard oplossing wordt uitgerold over een veelheid aan organisaties levert in mijn praktijk altijd nachtmerries op van enerzijds grote verandertrajecten en anderzijds grote verstarring. En daar zitten gemeentelijke organisaties niet op te wachten.
Ik ben benieuwd hoe je gemeenten zal kunnen verleiden om jouw beloofde goedkopere oplossing met graagte aan te nemen. Hoe denk je de specifieke behoefte van bv. een plattelandsgemeente op te lossen in dezelfde standaard als een deelgemeente in de randstad?
Decentralisatie en De-Regularisering heeft nooit zoveel slachtoffers gemaakt.
Het verbaast mij heel erg dat sinds 2009 toen ik aan de hand van best practice op het gebied van ICT Beheer een start maakte van een meer doelgericht onderzoek, dat bepaalde beslissingen nog steeds genomen worden, zonder echt de kennis van nu ter hand te nemen.
Vanuit VS wordt ik van alles aangeboden op het gebied van high yielding best pratice, maar toch heb ik gekozen om dicht bij huis, waar de kinderen en familie zijn het onderzoek te doen, na deze zaken van dichtbij te hebben meegemaakt tussen 1989 en in de sferen van de zware industrie, gezondheidszorg, uitvoerende organen, ministerie van defensie, bank-wezen, Telecom en zelfs bij universiteit.
Vanuit Europa wordt gezegd dat Nederland meer een Governance (Meer Economisch Beheer) moet doen, terwijl via uitingen van een Minister van Buitenlandse zaken, hoe voorzichtig hij zijn woorden ook probeert te kiezen, duidelijk wordt dat de Decentralisatie een Fiasco gaat worden en dat het lijkt op een soort experiment als in de tijden van voor en tijdens de Tweede Wereld Oorlog, het is een unieke kans om naast de verspillingen met ICT ook nog op humane niveau (zonder ondersteuning van middelen die efficiëntie in de hand moeten werken) kost wat kost met het experiment door te gaan.
Decentralisatie kan vergeleken worden als een geplande inzet van een atoombom, die kost wat kost moet doorgaan, terwijl er vooraf afgesproken wordt dat er geen contingentie-planning nodig zal
blijken.
Het is ook bijzonder dat ondanks deze voorspellingen,die gebaseerd zijn op de inhoud van ICT Governance, dat personen in commissies, wethouders en stadsdeelmanagers niet met de burger in debat willen over de inslag van aanstaande bom vol met effecten die aangeduid kunnen worden als een volledig pakket aan systeem fouten.
Nederland werd met alle manschappen op een verpandingslijst gezet en nu moet de decentralisatie de oorspronkelijke oorzaak voor de al bestaande ellende doen verdoezelen?
Hoe kan het zijn dat niemand dit durft te stoppen?
Deze besluitvorming waarmee het huidig kabinet voldoet aan: “Leugens die te paard gaan, om later te hopen dat de waarheid te voet terug keert.”