Bij innovaties is het uitermate essentieel dat niet de theorie leidend is, maar de weerbarstige praktijk. Where else!
Zo’n slordige 2500 jaar geleden leerde de Chinese filosoof Confucius ons al: ‘schrijf het op en ik vergeet het, laat het me zien en ik onthoud het, maar laat me het voelen en ik interneer het in mijn dagelijkse gedrag’. Vrij vertaald: in PowerPoint kan alles.
Dus: show it! Laat zien dat het kan middels casuïstiek, use-cases, regelvrije zones, living labs of proeftuinen. Anders gezegd: van ‘A’ naar ‘B’ in de geest van ‘B’- direct voelbaar vanaf dag één, uiteraard voorzien van het juiste voorbeeldgedrag. Op en tot ‘proven technology’, zou je zo zeggen. Iets in mij zegt dat het dan best wel wonderlijk is dat we daar zo weinig van leren. Zeker als ik zo eens om me heen kijk naar al die innovaties, die beleidsvoornemens, die masterplannen die vol trots vanuit glimmende bureaus in indrukwekkende torens worden bedacht. Waarbij we nog wel eens een uitstapje doen naar de wetenschap – om daar onze voorstellen of beleidsnota’s te verrijken met de meest indrukwekkende theorieën -, maar at the end of the day blijft het doorgaans aanbod gedreven en watervalachtig van opzet. Tsja.
Maakbare en voorspelbare wereld
Helaas bevat dit handelen één weeffout, toevallig wel een vrij cruciale: de maakbare/voorspelbare samenleving moet nog worden uitgevonden. Was het niet Gandhi die dit bevestigde met z’n beroemde ‘alles-wat-je-doet-voor-mij-zonder-mij-doe-je-tegen-mij’ quote. Op basis van mijn vlieguren ben ik absoluut een believer van de praktijk: dáár gebeurt het. Daarom dat het zo essentieel is bij innovaties dat niet de theorie leidend is, maar die weerbarstige praktijk. Where else! Voorzien van concrete casuïstiek met klinkende use-cases, agile achtig van opzet. Learning by doing dus. Sterk inspelend op de behoefte van zowel publieke als private spelers – die in zo’n nieuw op te zetten krachtenveld ook willen investeren en participeren. Ieder met eigen rol en verantwoordelijkheid. Waarbij je als overheid stuurt op de verbinding: het creëren van goed georganiseerde koppelvlakken tussen alle spelers uit dat ecosysteem. Netwerkleiderschap in de volksmond. Waarbij je samen met hen stappen zet. En natuurlijk moeten die stappen ook verrijkt worden met (technisch wetenschappelijk) onderzoek. Om zaken uit te zoeken, te monitoren, te valideren, te evalueren. Maar wel in de juiste volgorde: de praktijk is leidend, de theorie faciliterend!
Drie lessen voor onze senior leiders
Maar om dat alles gefikst te krijgen zijn er een paar vastgeroeste patronen die doorbroken moeten worden. Waarbij vooral onze senior leiders een cruciale rol moeten spelen ter voorkoming van dat verstikkende insanity gedrag. Wat mij betreft gaat het daarbij om drie dingen in de geest van put your money where you’re mouth is.
Les één: succesvolle innovaties komen tot stand tussen organisaties
Eerste les is dat succesvolle innovaties niet tot stand komen in of binnen een organisatie – maar tussen organisaties. Vanuit een ecosysteem waarbij we mét die spelers uit dat ecosysteem stappen zetten. Waarbij het niet draait om de eigen organisatie als twijfelachtig middelpunt, maar juist om die maatschappelijke opgave. Dat betekent dat veel van onze trouwe dienaren die actief zijn met innovaties niet binnen die toren aan de slag moeten zijn, maar vooral erbuiten. Dat ze vanuit aanstekelijk voorbeeldgedrag geleerd moeten worden hoe je meester-gezel achtig stappen kunt zetten in cocreatie mét andere partijen. Netwerkachtig van opzet. Vanuit een natuurlijke autoriteit – niet te verwarren overigens met autoritair. Zonder machtsdwang dus.
Les twee: je doet ‘iets’ wat je nog nooit hebt gedaan
Tweede les is dat innovaties niet voorspelbaar zijn: je doet iets wat nog nooit is vertoond. Anders gezegd: een volstrekt ander proces dan het reguliere (gebaseerd op efficiency en rechtmatigheid). Simpel omdat het uitgaat van een repeterend proces waarbij je vooraf exact kunt aangeven wat je hebt besteld. Met bijbehorende maten en gewichten. Betekent dus dat innovatieprocessen meer ruimte en vertrouwen moeten krijgen: regelvrije of arme zones, proeftuinen, andere samenwerkingsverbanden, andere werkvormen, zoals cocreatie. Waarbij je als senior responsabele niet alles kunt uitbesteden: je zult daarin ook zélf een rol moeten vervullen. Denk aan een CEO-doorpakdiner mét alle relevante spelers, het inzetten en bewerken van je eigen netwerk of het vervullen van een cruciale ambassadeursrol.
Les drie: zet techniek maximaal in
Steeds meer wordt duidelijk dat de huidige exponentiële ontwikkeling van technologie (Internet of Things, robotica, big data, kunstmatige intelligentie, geavanceerde hersenwetenschap, nanotechnologie en quantumcomputers) essentiële drivers zijn voor innovatie. De Wetten van Moore (iedere 18 maanden komt er een nieuwe chip die het aantal verbindingen verdubbelt) of Cooper (iedere dertig maanden verdubbelt de capaciteit van draadloze communicatie gemeten in bytes) bevestigen die beelden. Betekent geen achteruitkijkspiegels maar het ontwikkelen van visionaire beelden waar we ‘daar en straks’ kunnen staan als we nu maximaal inzetten op deze nieuwe technologie. Om vanuit zo’n stip op de horizon stappen te zetten met de bekende start-with-the-end-in-mind achtige aanpak (Covey). Uitmondend in een inspirerende toekomstvisie die zodanig aanstekelijk is dat je anderen niet alleen weet te overtuigen, ook te verleiden.
Niets qua voorbereiding moeilijker, qua succes twijfelachtiger en qua uitwerking gevaarlijker is.
Ingewikkeld? Zeker en vast, kijk maar eens wat de grote Niccolo Machiavelli daar in z’n boek ‘De Heerser’ zo’n dikke 5 eeuwen geleden al schreef: ‘Men dient namelijk voor ogen te houden dat niets qua voorbereiding moeilijker, qua succes twijfelachtiger en qua uitwerking gevaarlijker is dan zich opwerpen als iemand die vernieuwingen wil doorvoeren. Want hij die dat doet, heeft hen die van de oude toestand profiteren tot vijanden, terwijl hij slechts lauwe verdedigers vindt in hen die van de nieuwe toestand zouden kunnen profiteren: een lauwheid die gedeeltelijk voort komt uit vrees voor de tegenstanders die immers de wet aan hun kant hebben, en gedeeltelijk uit het wantrouwen van de mensen die pas geloven aan vernieuwing als zij deze in werkelijkheid ervaren hebben’.
Dirk-Jan de Bruijn is programmadirecteur Tulip Connected Transport, een IenW/Rijkswaterstaat-initiatief.