Op basis van de Wdo moeten publieke dienstverleners per dienst bepalen welk betrouwbaarheidsniveau is vereist voor toegang tot hun digitale dienstverlening. Ook zijn zij verplicht, naast DigiD en eHerkenning, andere te accepteren voor hun digitale diensten. Alle aanbieders van mogelijke nieuwe private inlogmiddelen uiteraard voldoen aan toelatingseisen, zoals die ook gelden ook voor het publieke inlogmiddel DigiD en private middelen als eHerkenning.
Wet digitale overheid aangenomen in Eerste Kamer
Per 1 juli zijn ook alternatieve inlogmethoden dan DigiD en eHerkenning toegestaan. | Beeld: Shutterstock
Deze veranderingen bieden volgens de wet, een aantal voordelen:
- Deze identificatiemiddelen geven publieke dienstverleners meer zekerheid over iemands identiteit.
- De gegevens van burgers beter beschermd.
- Burgers en bedrijven straks een keuze uit meerdere inlogmiddelen.
Uitvoerbaarheid
Publieke dienstverleners moeten voldoen aan de verplichtingen in de Wdo zodra ze zijn aangesloten. Het aansluiten gebeurt de komende tijd in overleg met de dienstverleners, zodat rekening kan worden gehouden met de uitvoerbaarheid.
Privacy by design
Naast de Wdo is ook een aan het wetsvoorstel gerelateerde novelle aangenomen die meer zekerheid moet bieden als het gaat om privacy van persoonsgegevens. Hierover had de Eerste Kamer eerder enkele bezwaren geuit in relatie met de positie van grote techbedrijven binnen de overheid. In de novelle is expliciet geregeld dat onder andere privacy by design de standaard is. Ook is een verbod op het verhandelen van gegevens vastgelegd en moeten verplicht open-sourcestandaarden worden gebruikt.

Plaats een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.