Dat staat in een Kamerbrief van demissionair minister De Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, CDA) aan de Eerste Kamer, als reactie op een daar eerder deze week breed aangenomen motie. Hierin werd de minister opgeroepen om extra middelen voor decentrale overheden beschikbaar te stellen, zodat die zich goed kunnen voorbereiden op de Omgevingswet. In het onlangs naar buiten gebrachte Integraal Financieel Beeld Omgevingswet liep de terugverdientijd van door gemeenten gedane investeringen op tot meer dan dertig jaar.
20 miljoen extra voor invoering Omgevingswet
Gemeenten krijgen dit jaar eenmalig 8 miljoen euro extra om de transitiekosten van de Omgevingswet te dekken. Voor provincies en waterschappen is 4 miljoen beschikbaar. De drie koepels (VNG, IPO en Unie van Waterschappen) samen een extra bijdrage van 4,5 miljoen ‘om hun leden te ondersteunen bij de implementatie van de Omgevingswet’.
Kosten DSO zijn voor het rijk
Daarnaast garandeert De Jonge dat het rijk de benodigde investeringen in de landelijke voorziening van het Digitaal Stelsel Omgevingswet voor haar rekening blijft nemen. Dit totdat op termijn het gewenste eindniveau van dit stelsel (in technische termen uitbouw/scenario 3) is bereikt.
Financiële stabiliteit
Volgens de minister is eerder deze week met de bestuurlijke partners een principeakkoord bereikt over de dekking van deze beheerkosten. Zo is er volgens hem ’meerjarig financiële stabiliteit gecreëerd voor alle betrokken partijen. Daarbij wordt ook een gezamenlijk inspanning gedaan om de governance van de beheerorganisatie van het DSO-LV nog te verbeteren om zo te zorgen voor kostenbeheersing en voorspelbaarheid.’
Dit artikel werd eerder gepubliceerd bij onze collega's van Binnenlands Bestuur
Plaats een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.